Basisboek integrale veiligheid

Aanvullingen & verbeteringen

Joost Berg, student Integrale Veiligheidskunde aan de Haagse Hogeschool, wees de redactie op een fout in hoofdstuk 16. Onderaan blz. 268 onder het kopje ‘Bevoegdheden’ staat: ‘In beginsel hebben particuliere beveiligers geen bijzondere bevoegdheden. Dat wil zeggen: volgens het Sv mag iedere Nederlandse burger – dus ook een beveiliger – een verdachte “op heterdaad” staande houden.’ Dit is niet correct, volgens artikel 52 Sv is het staande houden van verdachten voorbehouden aan opsporingsambtenaren. Er wordt hier bedoeld dat een ieder een verdachte op heterdaad mag aanhouden volgens artikel 53 Sv. De genoemde artikelen luiden:

 

Artikel 52

Iedere opsporingsambtenaar is bevoegd de identiteit van de verdachte vast te stellen op de wijze, bedoeld in artikel 27a, eerste lid, eerste volzin, en hem daartoe staande te houden.

 

Artikel 53

1. In geval van ontdekking op heeter daad is ieder bevoegd den verdachte aan te houden.

2. In zoodanig geval is de officier van justitie of de hulpofficier bevoegd den verdachte, na aanhouding, naar eene plaats van verhoor te geleiden; hij kan ook diens aanhouding of voorgeleiding bevelen.

3. Geschiedt de aanhouding door een anderen opsporingsambtenaar, dan draagt deze zorg dat de aangehoudene ten spoedigste voor den officier van justitie of een van diens hulpofficieren wordt geleid.

4. Geschiedt de aanhouding door een ander, dan levert deze den aangehoudene onverwijld aan een opsporingsambtenaar over, onder afgifte aan deze van mogelijk in beslag genomen voorwerpen, die dan handelt overeenkomstig de bepalingen van het voorgaande lid en, zo nodig, de artikelen 156 en 157.